Advocaat-generaal EU Hof van Justitie lanceert debat over gun jumping

Spotlight
15 maart 2018

In een conclusie van 18 januari 2018 heeft advocaat-generaal Wahl duidelijk stelling ingenomen tegen een te brede interpretatie van de zogenaamde standstill-verplichting in concentratiezaken.


Als een fusie of overname bij de Europese Commissie of een nationale mededingingsautoriteit aangemeld moet worden, dan verbieden de EU en de meeste EU-lidstaten dat die transactie geïmplementeerd wordt vóór de goedkeuring van de mededingingsautoriteit is verkregen. Dit is de zogenaamde standstill-verplichting. Een onderneming die een andere onderneming overneemt, mag dus geen controle uitoefenen over die doelonderneming voordat de transactie is goedgekeurd.

Tot op heden heeft het Hof van Justitie van de EU zich nog niet in detail uitgesproken over de draagwijdte van die verplichting. Dat kan veranderen door een Deense rechtszaak: in Denemarken besloten de plaatselijke kantoren van auditondernemingen KPMG en Ernst & Young te fuseren. De overeenkomst tussen beide partijen stipuleerde dat KPMG Denemarken de samenwerkingsovereenkomst met KPMG International onmiddellijk na het sluiten van de fusie-overeenkomst, en dus voorafgaand aan de goedkeuring door de Deense Mededingingsautoriteit, moest beëindigen. Volgens de Deense autoriteit kwam de beëindiging neer op een implementatie van de fusie en dus een schending van de standstill-verplichting. Ernst & Young Denemarken was het niet eens met die beslissing en tekende beroep aan. De rechter in hoger beroep stelde een prejudiciële vraag aan het Hof van Justitie.

In zijn conclusie meent advocaat-generaal Wahl dat de stopzetting van de samenwerkingsovereenkomst niet strijdig is met de standstill-verplichting. De advocaat-generaal is van mening dat de beëindiging weliswaar een noodzakelijke, voorbereidende maatregel voor de totstandkoming van de fusie was, maar dat dit op zich niet neerkomt op een uitoefening van controle door Ernst & Young Denemarken over KPMG Denemarken.

Het is nu aan het Hof van Justitie, dat niet gebonden is door de conclusie van de advocaat-generaal, om in een prejudicieel arrest een standpunt in te nemen over deze kwestie.