Onrechtmatig verkregen bewijs in fiscale zaken: Europees Hof spreekt Belgisch Hof van Cassatie tegen

Spotlight
15 maart 2016

In een recent arrest spreekt het Hof van Justitie zich uit over de vraag of onrechtmatig verkregen bewijs in fiscale zaken moet worden geweerd.

Midden 2015 oordeelde het Hof van Cassatie dat de fiscale rechter onrechtmatig verkregen bewijs niet automatisch uit de debatten moet weren, maar daarvoor een belangenafweging moet maken. Volgens het Hof moet het gebruik door de fiscus van onrechtmatig verkregen bewijs worden getoetst aan de beginselen van behoorlijk bestuur en het recht op een eerlijk proces. Behoudens wanneer de wetgever in een bijzonder sanctie voorziet, kan een in fiscalibus onrechtmatig verkregen bewijs slechts als bewijs worden geweerd indien:

  • het bewijsmiddel werd verkregen op een wijze die zozeer indruist tegen wat van een behoorlijk handelende overheid mag worden verwacht, dat dit gebruik onder alle omstandigheden ontoelaatbaar moet worden geacht; of
  • dit gebruik het recht van de belastingplichtige op een eerlijk proces in gevaar brengt.

Eerder besliste het Hof van Cassatie al in dezelfde zin in strafzaken (de zogenaamde "Antigoon-leer").

De algemene teneur is dat het "collectieve belang" (de op grond van onrechtmatig verkregen bewijs gevestigde belastingen) onder bepaalde omstandigheden moet primeren op het individuele belang (de individuele fundamentele rechten).

In een opzienbarend recent arrest volgt het Europees Hof van Justitie deze visie niet (arrest WebMindlicenses van 17 december 2015). Het Hof sprak zich uit in een btw-geschil tussen een Hongaarse onderneming en de belastingadministratie. Het Europees Hof moest onder meer oordelen over de vraag of de door de fiscus verkregen bewijsmiddelen ten gevolge van een schending van een grondrecht (in casu het recht op privacy) nog gebruikt mochten worden door de belastingdiensten. Zonder verdere belangenafweging besliste het Hof dat dergelijk onrechtmatig verkregen bewijs buiten beschouwing moet gelaten worden.

Wat betreft de wering van onrechtmatig verkregen bewijs in BTW-aangelegenheden heeft het Europees Hof hiermee onzes inziens het Hof van Cassatie overruled, ten minste wanneer de onrechtmatigheid betrekking heeft op een schending van een Europees gewaarborgd grondrecht. In directe belastingen heeft deze uitspraak vooral moreel gezag, maar het mag duidelijk zijn dat de Antigoon-strijd nog niet definitief is gestreden.