EU zet licht op groen voor de Belgische strategische reserve

Spotlight
15 maart 2018

De Europese Commissie heeft capaciteitsmechanismen voor elektriciteit van zes Lidstaten, waaronder België, goedgekeurd. Die maatregelen zijn in overeenstemming met de interne markt, aangezien zij de bevoorradingszekerheid zullen garanderen zonder de concurrentie in de eengemaakte markt te verstoren. 

Context

De capaciteitsmechanismen laten toe de beschikbaarheid van de elektriciteitsproductie te vergoeden en beogen te verzekeren dat het aanbod van elektriciteit gelijk is aan de vraag ernaar. Een groot aantal Lidstaten van de Europese Unie hebben in dergelijke mechanismen voorzien. Capaciteitsmechanismen kunnen verschillende vormen aannemen: er bestaan capaciteitsmechanismen die op bepaalde activiteiten zijn gericht, marktbrede capaciteitsmechanismen of vraagresponsregelingen. In het algemeen bieden die mechanismen een bijkomende vergoeding aan elektriciteitsproducenten en aan andere capaciteitsleveranciers, bovenop deze uit de verkoop van elektriciteit op de markt. In ruil voor die extra vergoeding moeten zij de bestaande capaciteit handhaven om de bevoorradingszekerheid van elektriciteit te garanderen. Die bijkomende vergoeding brengt evenwel het risico mee van een negatieve invloed op de concurrentie in de eengemaakte markt. De vergoeding wordt daarom op grond van de richtsnoeren inzake staatssteun ten behoeve van milieubescherming en energie van 2014 aan het toezicht van de Europese Commissie onderworpen.

De situatie in België: de keuze voor een strategische reserve

De Belgische Staat pakt verschillende tekortkomingen van de markt aan die de bevoorradingszekerheid van elektriciteit in het gevaar zouden kunnen brengen. In dat kader heeft de Belgische Staat verschillende maatregelen genomen, waaronder de verlenging van de levensduur van bepaalde kernreactoren tot 2025, de ontwikkeling van groene energie door de geleidelijke ontwikkeling van offshore windmolenparken in de Noordzee, de verbetering van de verbindingen met andere Lidstaten in het kader van projecten van gemeenschappelijk belang (in het bijzonder de projecten ALEGrO, NEMO en BRABO) en het sluiten van het Energiepact, dat, met het oog op de voorbereiding van de kernuitstap, tussen 2022 en 2025 moet worden uitgevoerd. 

Deze maatregelen laten België echter niet toe om op korte termijn de bevoorradingszekerheid te garanderen. Daarom heeft de Belgische Staat geopteerd voor het mechanisme van de strategische reserve. Het concept is eenvoudig: de overheden betalen de capaciteitsleveranciers om hun centrales operationeel te houden en opdat de transmissienetbeheerder – Elia – er, in geval van nood, gebruik van zou kunnen maken. Dit mechanisme wordt geregeld door de wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt en door de werkingsregels van de strategische reserve die zijn uitgewerkt door Elia. 

Het capaciteitsmechanisme van de strategische reserve wordt in werking gesteld telkens wanneer uit de jaarlijkse waarschijnlijkheidsanalyse van Elia blijkt dat de bevoorradingszekerheid van elektriciteit in België voor de winterperiode wordt bedreigd. In dat geval kan de Minister van Energie, na advies van de Algemene Directie Energie van de FOD Economie, aan Elia de instructie geven om een strategische reserve aan te leggen en het volume ervan te bepalen. Elia start dan binnen de maand een aanbestedingsprocedure op. Aan de elektriciteitscentrales die hun voornemen te kennen hebben gegeven om hun activiteiten staken, wordt een financiële ondersteuning toegekend en zij bekomen de opdracht. De kost van die financiële ondersteuning wordt door een heffing op het distributienettarief gefinancierd en wordt dus door de finale elektriciteitsafnemer gedragen.

Het is in dat kader dat de Belgische overheden op 13 juli 2017, overeenkomstig artikel 108 (3) van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie ("VWEU"), de Europese Commissie op de hoogte hebben gebracht van de maatregel om vanaf de winter 2017-2018 een strategische reserve voor vijf opeenvolgende winters aan te leggen. De aanleg van een dergelijke reserve is namelijk noodzakelijk in het licht van de sterke afhankelijkheid van België van de invoer uit het buitenland voor zijn elektriciteitsvoorziening, in het bijzonder de afhankelijkheid van nucleaire energie uit Frankrijk. België heeft bovendien de voorbije vijf jaar te kampen gehad met de uitval van meerdere van zijn nucleaire centrales.

Een Europese goedkeuring

De Europese Commissie beoordeelde de verenigbaarheid van de strategische reserve met de staatsteunregels. De Commissie heeft vastgesteld dat de aanleg van een strategische reserve onder het Belgische regime elk kenmerk van Staatsteun heeft: de eindafnemers moeten de financiële kost dragen van de maatregel, die door Elia wordt geïnd en overgedragen aan de Belgische Staat. Elia doet bovendien elk jaar een voorstel aan de CREG om die financiële heffing goed te keuren, zodat de financiële middelen van de strategische reserve wel degelijk middelen van de Staat zijn. De strategische reserve kent bovendien een selectief voordeel toe, aangezien enkel de begunstigde centrales een vergoeding krijgen om ter beschikking van Elia te blijven, niettegenstaande het feit dat zij de markt hebben verlaten. Tot slot is het inherent aan de strategische reserve dat zij de concurrentie in de interne markt dreigt te verstoren.

De Europese Commissie heeft evenwel besloten dat die steun met de interne markt verenigbaar is: hoewel zij – voor de winter 2017-2018 – in strijd is met het standstill-beginsel van artikel 108 (3) VWEU, is de Europese Commissie van oordeel dat de strategische reserve in overeenstemming is met afdeling 3.9 van de richtsnoeren inzake Staatssteun ten behoeve van milieubescherming en energie van 2014, op voorwaarde dat België een aantal aanpassingen aan het mechanisme doorvoert.

Zo heeft België kunnen aantonen dat de strategische reserve noodzakelijk was om aan een duidelijk geïdentificeerd en gekwantificeerd risico voor de bevoorradingszekerheid tegemoet te komen. België heeft zich ertoe verbonden om het volume van de reserve, na de winter 2017-2018, van 900 MW terug te brengen naar 700 MW, vanwege de terugkeer op de markt van verschillende energiecentrales, en om het wetgevend kader aan te passen zodat Elia het volume van de reserve op eigen initiatief zou kunnen aanpassen in functie van wijzigende omstandigheden. De duur van de aangeboden contracten moet eveneens worden beperkt. 

De strategische reserve is bovendien gepast, nu zij de andere "lange termijn"-maatregelen die België heeft genomen om de doelstelling van verzekering van de bevoorradingszekerheid te bereiken, aanvult en er coherent mee is.

De maatregel zou een aanmoedigend effect hebben door bepaalde energiecentrales, die klaar zijn om te markt te verlaten, aan te sporen om ter beschikking van Elia te blijven.

Het mechanisme is evenredig. Het gebruik van openbare aanbestedingen laat namelijk toe te verzekeren dat de biedingen met betrekking tot die reserves laag blijven en dat de leveranciers niet van een overcompensatie genieten.

De mogelijke verstoringen van de concurrentie zijn bovendien beperkt, aangezien het mechanisme voor alle mogelijke capaciteitsleveranciers wordt opengesteld. De strategische reserve zal bovendien slechts worden gebruikt wanneer de andere oplossingen voor het schaarsteprobleem zouden zijn uitgeput. België heeft zich er ook toe verbonden om zijn wettelijk kader te wijzigen teneinde, enerzijds, begunstigden van het mechanisme te verbieden om de contracten vóór hun einde te ontbinden en, anderzijds, energiecentrales die een definitieve stopzetting hebben aangekondigd te verbieden om nadien naar de markt terug te keren.

De maatregel is transparant, aangezien alle relevante informatie op de website van Elia is terug te vinden. 

Besluit

Als gevolg van de beslissing van de Europese Commissie kunnen we hopen dat de bevoorradingszekerheid in België voor de volgende vier winters zal worden verzekerd door de aanleg van een strategische reserve. Deze beslissing werd genomen samen met andere beslissingen van de Commissie, waarbij zij ook capaciteitsmechanismen in Duitsland, Frankrijk, Griekenland, Italië en Polen goedkeurt. België zal echter, conform de engagementen die het ten aanzien van de Europese Commissie aanging, zijn wettelijk kader moeten wijzigen om de verenigbaarheid van die maatregelen met het Europees recht te kunnen verzekeren. Het zal namelijk niet meer toegelaten zijn voor de begunstigden van die maatregel om hun contract vóór het verstrijken van de termijn te ontbinden, noch om naar de markt terug te keren eens zij hun definitieve stopzetting hebben aangekondigd teneinde verstoringen van de concurrentie te vermijden. 

Wil u meer vernemen over de beslissing van de Europese Commissie? 

Contacteer een van onze experten.