Successieplanning: kwartaalupdate eerste kwartaal 2024

Een goede successieplanning brengt gemoedsrust. De wetgeving, rechtspraak en administratieve standpunten zijn evenwel voortdurend in beweging. U doet er dan ook goed aan om geregeld na te gaan of uw successieplanning nog up-to-date is.

Ieder kwartaal zetten wij de belangrijkste ontwikkelingen voor onze praktijk van de afgelopen drie maanden op een rij of diepen wij een actueel thema uit.

In deze kwartaalupdate vindt u een terugblik op het eerste kwartaal van 2024:

  • Sinds 1 januari 2024 werd de kaaimantaks (opnieuw) aangescherpt. Deze hervorming heeft een aantal verstrekkende gevolgen. Eén ervan betreft investeringen via een normaal belaste vennootschap. Het tussenschuiven van een normaal belaste vennootschap volstaat niet meer om aan de kaaimantaks te ontsnappen. Tot voor kort hoefden natuurlijke personen die investeren via een normaal belaste vennootschap niet na te gaan of er onderliggend geïnvesteerd werd in entiteiten die mogelijk als een “juridische constructie” kwalificeren. Door een aantal technische aanpassingen wordt deze logica nu evenwel verlaten en zal steeds een analyse gemaakt moeten worden van de volledige onderliggende keten. Indien er zich onderliggend in de keten ergens een “juridische constructie” bevindt, riskeert de natuurlijke persoon beschouwd te worden als oprichter van deze juridische constructie, met een aangifteverplichting en toepassing van de doorkijkbelasting tot gevolg. Onder andere voor Family Offices die investeren vanuit een normaal belaste Belgische vennootschap is dit een belangrijk aandachtspunt. Merk op dat, indien er geïnvesteerd wordt in een beursgenoteerd of een gereglementeerd fonds, de keten volgens ons wordt doorbroken zodat een verdere analyse van de onderliggende entiteiten overbodig wordt.
     
  • Op 1 januari 2024 is ook de hervorming van de patrimoniumtaks in werking getreden. De patrimoniumtaks is onder andere verschuldigd door de private stichting. De patrimoniumtaks is niet van toepassing op stichtingen van openbaar nut en stichtingen die gebruikt worden als certificeringsvehikel, maar voor andere private stichtingen geldt er geen uitzondering. Hoewel dit in de recente discussies over de private stichting vaak vergeten lijkt te worden, is een private stichting doorgaans dus wel degelijk jaarlijks de patrimoniumtaks verschuldigd op haar wereldwijde bezittingen, onder de nieuwe regels mét inbegrip van haar buitenlands vastgoed. Een andere opvallende wijziging is de omvorming van het vroegere vlakke tarief van 0,17% tot een progressief tarief dat varieert van 0,15% tot 0,45% (met een vrijstelling voor de eerste schijf van 50.000 EUR). Begin maart heeft de fiscus een circulaire gepubliceerd waarin de wijzigingen aan de patrimoniumtaks worden becommentarieerd. De hervormde patrimoniumtaks zal voor het eerst uitwerking hebben in het kader van de aangifte die tegen 2 april 2024 moest worden ingediend.
     
  • In situaties waarbij een van de echtgenoten terminaal ziek is, kan de techniek van de asymmetrische uitbreng fiscaal interessant zijn. Via een wijziging van het huwelijkscontract worden dan bepaalde of zelfs alle goederen uit de huwgemeenschap toebedeeld aan de niet-zieke echtgenoot. Bij de uitbreng van onroerende goederen zal het verdeelrecht van toepassing zijn als meer dan de helft ervan toebedeeld wordt aan één echtgenoot. Bij de uitbreng van roerende goederen zal er geen registratierecht verschuldigd zijn. Op deze manier kan (een deel van) de erfbelasting vermeden worden bij het overlijden van de zieke echtgenoot. De Vlaamse Belastingdienst was van mening dat een asymmetrische uitbreng in strijd is met de fiscale antimisbruikbepaling. De echtgenoten zouden de gemeenschap “ledigen” en de erfbelasting op gemeenschapsgoederen bij het overlijden vermijden. Begin 2023 oordeelde het Hof van Cassatie evenwel dat deze techniek geen fiscaal misbruik uitmaakt.

Recent verscheen een antwoord van Vlaams minister van Financiën Matthias Diependaele op een vraag om uitleg over deze problematiek. De Minister gaf aan dat er geen plannen zijn om de regelgeving aan te passen. Nu de Minister ook definitief groen licht geeft aan de asymmetrische uitbreng is deze techniek dus een te overwegen optie in het kader van een in extremis-planning met een terminaal zieke echtgenoot.

  • Tot slot is er ook op het vlak van internationale successieplanning een en ander aan het bewegen. Zo heeft het Verenigd Koninkrijk in het kader van zijn voorjaarsbegroting voor 2024 een belangrijke hervorming van het zogenaamde non-dom regime aangekondigd vanaf 6 april 2025.

Ons team volgt de evoluties op het vlak van successieplanning op de voet en begeleidt u graag bij het uitwerken van een successieplanning op maat.