Fiche- en inhoudingsverplichting voor loon ontvangen van buitenlandse verbonden vennootschap

Spotlight
15 maart 2019

Tijdens de bespreking van het begrotingsakkoord in de Kamercommissie Financiën tijdens de zomer van 2018, had de minister van financiën al aangekondigd een ficheverplichting te zullen invoeren voor bezoldigingen die een buitenlandse groepsvennootschap toekent aan werknemers van een Belgische vennootschap (zie Eubelius Spotlights september 2018). Deze maatregel wordt nu effectief omgezet door de wet houdende fiscale, fraudebestrijdende, financiële alsook diverse bepalingen. De nieuwe regels voeren een fiche- en inhoudingsverplichting in voor Belgische werkgevers, wanneer hun werknemers bezoldigingen ontvangen van een buitenlandse groepsvennootschap zonder dat de Belgische werkgever daarbij tussenkomt.

Uitgangspunt 

Het is een courante praktijk dat werknemers van een Belgische vennootschap, zonder tussenkomst van die Belgische werkgever, bezoldigingen toegekend krijgen van een met hun werkgever verbonden buitenlandse vennootschap. Zo kan bijvoorbeeld een Amerikaanse moedervennootschap restricted stock units ("RSU's") toekennen aan werknemers van een Belgische dochtervennootschap. Dergelijke voordelen zijn in principe in hoofde van de Belgische werknemer in België belastbaar als voordeel van alle aard.

Bestaande regeling

Tot voor kort moest de Belgische werkgever in een dergelijke situatie bij gebrek aan tussenkomst van zijn kant geen bedrijfsvoorheffing inhouden en evenmin fiscale fiches opstellen (tenzij in geval van aandelenopties toegekend conform de aandelenoptiewet van 26 maart 1999). Daardoor bleven deze bezoldigingen doorgaans onder de radar van de Belgische fiscus en vergaten de werknemers al eens om deze bezoldigingen op te nemen in hun belastingaangifte, zodat zij ontsnapten aan belastingheffing in België. Dit achterpoortje wordt nu gesloten door het invoeren van een wettelijke fictie.

Nieuwe regeling

Voor bezoldigingen betaald of toegekend vanaf 1 maart 2019 zal de Belgische werkgever in de hiervoor geschetste situatie geacht worden de bezoldigingen, die zijn werknemers ontvangen van een verbonden buitenlandse vennootschap, zelf te hebben toegekend. Daardoor is de Belgische werkgever verplicht om fiscale fiches op te stellen en bedrijfsvoorheffing in te houden en door te storten aan de Belgische Schatkist.

Oorspronkelijk was ook voorzien in een ficheverplichting voor inkomstenjaar 2018, maar deze werd niet behouden en integendeel vervangen door een specifieke overgangsregeling voor bezoldigingen betaald of toegekend in de periode van 1 januari 2019 tot en met 28 februari 2019. Voor deze bezoldigingen zal een speciale fiscale fiche moeten worden opgesteld, die voor 1 maart 2020 langs elektronische weg aan de FOD Financiën moet worden bezorgd.

Praktische bedenkingen 

Hoewel de nieuwe regeling een duidelijk wetgevend kader biedt, roept zij ook een aantal vragen op.

De wet laat bijvoorbeeld wel uitdrukkelijk toe dat de werkgever de verschuldigde bedrijfsvoorheffing inhoudt op het loon van de werknemers, maar deze inhoudingsbasis zal niet altijd toereikend zijn. In voorkomend geval zullen er praktische afspraken gemaakt moeten worden met de werknemers over de voorfinanciering van de bedrijfsvoorheffing. Verder vooronderstelt de nieuwe wettelijke regeling een zekere informatiedoorstroming vanuit de buitenlandse groepsvennootschap naar de Belgische werkgever.

Ten slotte mag ook niet uit het oog verloren worden dat de nieuwe regels ook verplichtingen met zich mee kunnen brengen voor Belgische werkgevers in het kader van reeds geïmplementeerde plannen. Zo zal een Belgische werkgever bedrijfsvoorheffing moeten inhouden op RSU's die in het verleden werden toegekend door het Amerikaans moederbedrijf en vanaf maart 2019 definitief verworven worden ("vested"). Het is dan ook belangrijk dat Belgische werkgevers hun huidige internationale verloningspolitiek herbekijken in het licht van deze nieuwe regels.