Opzegging van arbeidsovereenkomst door werkgever: impact schorsing kan niet contractueel worden uitgesloten

Spotlight
15 juni 2017

Het Hof van Cassatie zet met zijn arrest van 30 januari 2017 de gevestigde praktijk op losse schroeven, die erin bestond om na de betekening van de opzeggingstermijn door de werkgever een (dadings)overeenkomst te sluiten om de effectieve duur van de opzeggingstermijn definitief te bepalen. Clausules waarin de werknemer afstand doet van zijn recht op schorsing van de opzeggingstermijn, in geval van bijvoorbeeld arbeidsongeschiktheid of vakantie, zijn volgens het Hof van Cassatie immers slechts geldig voor zover ze worden gesloten wanneer deze schorsingsgrond effectief een aanvang heeft genomen en enkel voor de reeds verstreken duur van de schorsing.


Feiten

De aanleiding voor het cassatiearrest van 30 januari 2017 was een geschil tussen werkgever en werknemer. Nadat de opzeggingstermijn aan de werknemer werd betekend, sloten de partijen een dading waarin zij een opzeggingstermijn van 60 maanden overeenkwamen die op 1 januari 2008 een aanvang zou nemen en op 31 december 2012 een definitief einde zou nemen.

De betrokken werknemer was tijdens de opzeggingstermijn gedurende meerdere en lange periodes arbeidsongeschikt en met vakantie en meende bijgevolg aanspraak te kunnen maken op een aanvullende opzeggingsvergoeding voor de periodes van schorsing van de opzeggingstermijn.

De procedure voor de feitenrechters

De arbeidsrechtbank te Luik verklaarde de vordering van de betrokken werknemer gegrond.

In hoger beroep wees het arbeidshof te Luik de vordering evenwel af. Het arbeidshof oordeelde dat de betrokken werknemer op geldige wijze afstand kon doen van zijn rechten en dit ook effectief had gedaan in de dadingsovereenkomst.

Het arbeidshof steunt zijn arrest op volgende motivering: het dwingend karakter van artikel 38, §2 van de Arbeidsovereenkomstenwet, op grond waarvan – bij opzegging door de werkgever gegeven vóór of tijdens de schorsing van de arbeidsovereenkomst (bijvoorbeeld in geval van arbeidsongeschiktheid) – de opzeggingstermijn niet loopt tijdens die schorsing, verbiedt de werknemer om vooraf te verzaken aan de aanspraken die dit recht hem toekent. Op het ogenblik waarop elk risico voor het uitoefenen van druk op de werknemer verdwijnt (bijvoorbeeld vanaf het ogenblik van de kennisgeving van de opzegging door de werkgever) mag de werknemer wel alle overeenkomsten sluiten en afstand doen van de hem toekomende rechten. Het arbeidshof verwijst naar rechtspraak van het Hof van Cassatie waarin dat Hof stelt dat een werknemer elke overeenkomst kan sluiten over onder andere de duur van de opzeggingstermijn.

Het cassatiearrest van 30 januari 2017

Met het arrest van 30 januari 2017 preciseert het Hof van Cassatie evenwel dat het dwingend karakter ten voordele van de werknemer van artikel 38, §2 van de Arbeidsovereenkomstenwet tot gevolg heeft dat de werknemer slechts afstand kan doen van de schorsing van de opzeggingstermijn zodra deze schorsing zich heeft voorgedaan en enkel voor de reeds verstreken duur van de schorsing. In casu werd de dading gesloten voordat de schorsingsperiodes een aanvang hadden genomen, zodat het arrest van het arbeidshof artikel 38, §2 van de Arbeidsovereenkomstenwet schendt.

Impact voor de praktijk

In de praktijk wordt vaak een (dadings)overeenkomst gesloten na de betekening van de opzeggingstermijn door de werkgever, waarin de modaliteiten van de beëindiging van de arbeidsovereenkomst worden overeengekomen. Het gaat in het bijzonder om de effectieve einddatum van de arbeidsovereenkomst en de financiële gevolgen ervan. Partijen bepaalden veelal dat de arbeidsovereenkomst op een bepaalde datum een einde zou nemen, ongeacht of een van de wettelijke schorsingsgronden zich zou voordoen, en zonder betaling van enige aanvullende opzegvergoeding.

Met het cassatiearrest van 30 januari 2017 is het niet langer mogelijk dergelijke clausules geldig op te nemen in een (dadings)overeenkomst. Daardoor wordt het voor de werkgever onmogelijk om het einde van de arbeidsovereenkomst en de financiële gevolgen ervan met zekerheid vast te leggen. Het risico dat de opzeggingstermijn wordt geschorst kan niet langer geldig via een dadingsovereenkomst worden uitgesloten.