Nieuwe regels voor open data en hergebruik van overheidsinformatie

Spotlight
15 september 2015

Overheden beschikken over enorme hoeveelheden data die burgers, bedrijven en organisaties zouden kunnen gebruiken. Om het (her)gebruik van deze data te regelen, werden regels uitgewerkt voor zogenaamde open data en voor het eigenlijke (her)gebruik van overheidsinformatie. In verband met het hergebruik wordt momenteel de herziene Europese PSI-Rchtlijn in intern recht omgezet.

Wereldwijd wordt toegang tot informatie een steeds belangrijker onderdeel van het dagelijks leven. Overheden beschikken bij uitstek over enorme hoeveelheden data waarin burgers, bedrijven en organisaties geïnteresseerd kunnen zijn met het oog op "hergebruik". Met de datasets waarover een overheid beschikt, kunnen toepassingen bedacht worden die de dienstverlening voor de burger verbeteren. De totale economische voordelen die kunnen voortvloeien uit het toegankelijk maken van overheidsdata kunnen, volgens de Europese Commissie, oplopen tot 40 miljard euro per jaar. Voor België werd door technologiefederatie Agoria de mogelijke nettowinst op 900 miljoen euro geschat. Ook in ons land stellen federale, regionale en lokale overheden sinds enkele jaren hun data ter beschikking aan burgers, verenigingen en bedrijven. Expertise over de mogelijkheden en praktische regeling van die toegang is uiteraard essentieel voor belangstellenden.

Op federaal en gewestelijk niveau bestaat een beleidskader betreffende open data. Het heeft betrekking op gegevens die door de overheid verzameld worden in het kader van haar openbare taak en waar geen of minimale beperkingen op rusten in verband met privacy, beveiliging, octrooien, auteursrecht, tijdslimieten of andere. Uiteraard is niet alle overheidsinformatie vatbaar voor hergebruik. Een overheid moet nagaan of er daarvoor geen juridische belemmeringen zijn. Hierbij moet in eerste instantie gedacht worden aan intellectuele eigendomsrechten, de regels betreffende de verwerking van persoonsgegevens en de mogelijke uitzonderingen op de openbaarheid van bestuur.

Daarnaast bestaan er specifieke regels die het hergebruik van overheidsinformatie vorm geven. In 2003 werd op Europees niveau de richtlijn 2003/98/EG aangenomen met betrekking tot hergebruik van overheidsinformatie (de zogenaamde "PSI"-richtlijn, waarbij PSI staat voor public sector information). De richtlijn beoogde de Europese informatiemarkt te stimuleren door de regels te harmoniseren waaronder overheidsinformatie beschikbaar werd gemaakt voor hergebruik en door een eerlijk speelveld op de informatiemarkt te garanderen. Na evaluatie van de richtlijn bleek dat er nog steeds aanzienlijke barrières blijven bestaan om hergebruik van overheidsinformatie op grote schaal ingang te doen vinden. Daarom werd ze in 2013 gewijzigd.

In de herziene PSI-richtlijn werd een recht op hergebruik van algemeen toegankelijke bestuursdocumenten ingeschreven, tenzij de toegang wordt beperkt of uitgesloten omwille van nationale regels betreffende de toegang tot documenten en onder voorbehoud van de andere uitzonderingen die in deze richtlijn zijn vastgesteld. De vergoeding voor de terbeschikkingstelling van de informatie gebeurt in beginsel tegen de marginale kostprijs voor vermenigvuldiging, verstrekking en verspreiding, al zijn er uitzonderingen mogelijk.

Voor hergebruik kunnen openbare lichamen voorwaarden opleggen, in voorkomend geval door middel van een licentie, bronvermelding en vermelding of het document op enigerlei wijze door de hergebruiker is gewijzigd. Licenties moeten in ieder geval zo weinig mogelijk beperkingen opleggen. Er werden eenvoudige, gestandaardiseerde modellicenties ontwikkeld.

De mededingingsregels moeten ook in acht worden genomen. Exclusiviteitsovereenkomsten tussen openbare lichamen en particuliere partners moeten zoveel mogelijk worden vermeden. Met het oog op de verstrekking van een dienst van algemeen belang kan een exclusief recht op het hergebruik van bepaalde overheidsdocumenten soms evenwel noodzakelijk zijn.

Opmerkelijk is dat het toepassingsgebied van de richtlijn werd uitgebreid tot bibliotheken (met inbegrip van universiteitsbibliotheken), musea en archieven. Zij volgen echter een afwijkend regime: er is geen verplichting om hergebruik toe te staan, ze kunnen een hogere vergoeding aanrekenen en in het kader van digitaliseringsprojecten exclusivi¬teitsovereenkomsten afsluiten. Andere culturele instellingen blijven buiten het toepassingsgebied. Ruimere mogelijkheden voor het hergebruik van openbaar cultureel materiaal moeten Europese ondernemingen onder meer in staat stellen het potentieel ervan te benutten en bij te dragen tot economische groei en het scheppen van werkgelegenheid.

In Vlaanderen werd de nieuwe richtlijn omgezet door een wijziging, bij decreet van 12 juni 2015, van het bestaande decreet van 27 april 2007 betreffende het hergebruik van overheidsinformatie. Hergebruik wordt in het Vlaams decreet, overeenkomstig de PSI-richtlijn, gedefinieerd als "het gebruik door natuurlijke personen of rechtspersonen van bestuursdocumenten voor andere commerciële of niet-commerciële doeleinden dan het oorspronkelijke doel binnen de publieke taak waarvoor de bestuursdocumenten zijn geproduceerd". Zijn geen hergebruik, het gebruik van bestuursdocumenten binnen de instantie uitsluitend voor andere doeleinden binnen de publieke taak en de uitwisseling van bestuursdocumenten tussen instanties uitsluitend met het oog op de vervulling van hun publieke taak.

In principe staat elke overheidsinstantie het hergebruik van de bestuursdocumenten waarover ze beschikt dus toe, zowel voor commerciële als niet-commerciële doeleinden, overeenkomstig de bepalingen van dit decreet. Zoals gezegd zijn niet alle bestuursdocumenten echter vatbaar voor hergebruik. Het gaat dan onder andere om documenten waarop een instantie niet de nodige rechten heeft, documenten of onderdelen ervan waarvoor de toegang is uitgeslo¬ten op basis van de geldende regeling inzake toegang tot bestuursdocumenten of documenten waarover onderwijs- of onderzoeksinstellingen be¬schikken (met inbegrip van instanties die zijn opgericht voor de overdracht van onderzoeksresultaten, scholen en instellingen voor hoger onderwijs, maar met uitzon¬dering van bibliotheken van instellingen voor hoger onderwijs).

Instanties kunnen ook niet worden verplicht om bestuursdocumenten te creëren of aan te passen om aan een aanvraag tot hergebruik te voldoen, of om uittreksels van bestuursdocumenten te verstrekken als dat een onevenredige inspanning vereist. Instanties kunnen op grond van dit decreet ook niet worden verplicht een bepaalde categorie van bestuursdocumenten te blijven produceren.

De nieuwe wijzigingen aan het Vlaamse decreet volgen meestal uit de richtlijn, maar soms gaan ze verder. Er wordt bijvoorbeeld een proactieve invulling gegeven aan hergebruik overeenkomstig het open data-beleid van de Vlaamse Regering (uitgewerkt in het Vlaams Actieplan Open Data van 19 juli 2013). Het feit dat intellectuele rechten bij derden berusten, sluit in Vlaanderen het bestuursdocument ook niet automatisch uit van hergebruik. Het "Open Data Portaal" (zie www.vlaanderen.be/opendata) geeft alvast toegang tot een groot aantal datasets die beschikbaar zijn voor hergebruik.

Op federaal niveau werd de oorspronkelijke PSI-richtijn omgezet bij wet van 7 maart 2007. De federale Regering heeft nu op haar beurt een wetsontwerp klaar om de Herziene PSI-richtlijn om te zetten. Dit wetsontwerp ging in juli voor advies naar de Raad van State en de privacycommissie. Ook op dat niveau wordt de mogelijkheid van hergebruik van "open data" het uitgangspunt. Er is een federale open data-strategie die een aantal van de doelstellingen van het beleid verder concretiseert. In de tussentijd heeft ook de Duitstalige Gemeenschap, met het decreet van 29 juni 2015 tot wijziging van het decreet van 18 december 2006 inzake het hergebruik van overheidsdocumenten, de PSI-richtlijn omgezet.