Hoeveel is vruchtgebruik waard? Nieuwe omzettingsregels bieden houvast, maar keuzevrijheid van partijen blijft onaangetast

Spotlight
15 maart 2015

Bij wet van 22 mei 2014 werd beslist om een uniform kader uit te werken voor de omzetting van een vruchtgebruik in bijvoorbeeld een geldsom of volle eigendom. De eerste omzettingstabellen, met de percentages ter waardering van het vruchtgebuik voor mannen en vrouwen, werden ingevoerd bij ministerieel besluit van 22 december 2014. De nieuwe regels en tarieven gelden met ingang van 25 januari 2015.

Omzetting van vruchtgebruik

Vruchtgebruik is het recht om het genot te hebben van een zaak, waarvan een ander eigenaar is. Daar staat tegenover dat de vruchtgebruiker de verplichting heeft om de zaak zelf in stand te houden. De vruchtgebruiker heeft recht op de natuurlijke én burgerlijke vruchten van de zaak, zoals interesten op een geldsom, dividenden op aandelen, huurgelden van vastgoed of gewassen op een akker.

Vaak ontstaat vruchtgebruik als gevolg van een overlijden. Ons burgerlijk wetboek bepaalt immers dat de langstlevende echtgenoot het vruchtgebruik op de nalatenschap krijgt, terwijl de kinderen de blote eigendom ontvangen. Ook bij wettelijke samenwoners verkrijgt de langstlevende een door de wet uitgewerkt vruchtgebruik, namelijk op de gezinswoning en de inboedel ervan.

Soms wordt de omzetting van dat vruchtgebruik gevraagd, bijvoorbeeld omdat de vruchtgebruiker liever een geldsom ontvangt, eerder dan verder van zijn vruchtgebruik te genieten. In dat geval  moet uiteraard de kapitalisatiewaarde van dat vruchtgebruik worden bepaald. Tot voor kort gebeurde deze waardering in burgerlijke zaken (in tegenstelling tot fiscale zaken) aan de hand van maatstaven die werden ontwikkeld door de notariële en jurisprudentiële praktijk, zoals de zogenaamde tabellen Ledoux of Schryvers.

Voor elk verzoek tot omzetting geformuleerd vanaf 25 januari 2015, zal de waardering van het vruchtgebruik in principe gebeuren op basis van omzettingstabellen die bij Ministerieel Besluit worden vastgesteld. Deze tabellen bepalen percentages die zullen worden toegepast op de verkoopwaarde van de goederen, in functie van het geslacht van de vruchtgebruiker en diens leeftijd op de datum van het verzoek tot omzetting. Dit biedt dus iets meer houvast dan vroeger, al zal nog steeds discussie kunnen ontstaan, bijvoorbeeld over de verkoopwaarde van de betrokken goederen.

Belangrijk is dat de wet de keuzevrijheid van partijen onverlet laat. Uit het nieuwe artikel 745sexies §3 BW (ingevoerd bij wet van 22 mei 2014, BS 13 juni 2014) blijkt dat de nieuwe regels niet bindend zijn en de partijen anders kunnen overeenkomen. Ook voorziet de wet een afwijkingsmogelijkheid wanneer de verwachte levensduur van de vruchtgebruiker, omwille van zijn gezondheidstoestand, manifest korter is dan deze van de statistische tabellen. Dit zal bijvoorbeeld het geval zijn bij terminaal zieken. De rechter zal dan de omzetting kunnen weigeren, of andere omzettingsvoorwaarden bepalen.


Tarieven omzettingstabel

De eerste omzettingstabellen werden vastgelegd bij Ministerieel besluit van 22 december 2014 (BS 15 januari 2015). Normaal zouden uiterlijk op 1 juli van elk jaar nieuwe omzettingstabellen moeten verschijnen in het Belgisch Staatsblad.

De tabellen worden opgesteld met de hulp van de Koninklijke Federatie van het Belgische Notariaat, het Federaal Planbureau en het Instituut van Actuarissen in België.


Ook bij een verkoop zonder verdeling van de opbrengst

De nieuwe regels zullen ook gelden wanneer de vruchtgebruiker en de blote eigenaar(s) samen een goed verkopen, zonder afspraken te maken over de verdeling van de opbrengst. Ook hier staat het partijen echter vrij om andere waarderingsregels toe te passen.