Op 8 november 2016 heeft de Franse Mededingingsautoriteit ("FMA") een boete van EUR 80 miljoen opgelegd aan Altice en SFR Group voor de vroegtijdige tenuitvoerlegging van twee in 2014 aangemelde transacties.
In 2014 meldde de Altice-groep – die in Frankrijk actief is via haar dochtervennootschap Numericable – twee transacties aan bij de FMA. De eerste transactie betrof de verwerving door Altice van SFR Group. Deze transactie werd op 30 oktober 2014 goedgekeurd met verbintenissen. De tweede transactie, waarmee Altice uitsluitende zeggenschap verwierf over de OTL-groep, werd op 27 november 2014 goedgekeurd (zonder verbintenissen).
Aangezien de FMA een aantal aanwijzingen had gekregen voor het bestaan van gun jumping, verrichtte zij, na bovenvermelde goedkeuringsbeslissingen, huiszoekingen bij SFR, OTL en Numericable. Het op die manier verzamelde bewijsmateriaal toonde volgens de FMA voldoende aan dat Altice reeds vóór de goedkeuring door de FMA een beslissende invloed uitoefende over de doelvennootschappen en dat zij systematisch toegang verkreeg tot een aanzienlijke hoeveelheid strategische informatie. De mededingingsregels vereisen nochtans dat de partijen betrokken bij een aanmeldingsplichtige concentratie zich onafhankelijk blijven gedragen tot de goedkeuring door de mededingingsautoriteit is verkregen, zodat zij voordien dus niet als één enkele economische eenheid mogen handelen (de zogenaamde "standstill-verplichting").
Wat de eerste transactie betreft, maakte de FMA in het bijzonder bezwaar tegen de volgende gedragingen tijdens de standstill-periode:
- De tussenkomst door Altice in het operationele management van SFR: Altice keurde een aantal belangrijke strategische beslissingen goed en kwam sinds juni 2014 tussen in het commercieel beleid van SFR.
- De sterkere economische banden tussen SFR en Numericable: tijdens de standstill-periode bereidden Altice en SFR de lancering voor van een nieuwe reeks zeer snelle breedbandverbindingen voor internettoegang onder het merk SFR, gebruik makend van het Numericable netwerk.
Wat de tweede transactie betreft, maakte de FMA bezwaar tegen (onder meer) de volgende praktijken:
- De tussenkomst van Altice in het operationele management van OTL en strategische beslissingen namens OTL.
- De uitwisseling van strategische informatie: Altice organiseerde een wekelijks informatie- en rapporteringsmechanisme dat toeliet toegang te krijgen tot strikt commercieel gevoelige informatie.
De beslissing van de FMA is een belangrijk Europees precedent zowel voor de omvang van de gesanctioneerde praktijken, als voor het bedrag van de boete. De sanctie houdt in het bijzonder rekening met de omvang van de transacties, de omvang en de combinatie van de verschillende gun jumping-praktijken, de duur van de betrokken praktijken en het feit dat zij doelbewust werden begaan.