Filou haakt niet aan bij Duvel

Spotlight
14 december 2018

Op 26 juni 2018 oordeelde het Hof van Beroep te Brussel dat brouwerij Van Honsebrouck met haar Filou-bier niet aanhaakt bij de look-and-feel van het Duvel-bier en zich evenmin schuldig maakt aan misleidende reclame of oneerlijke handelspraktijken.

Brouwerij Duvel Moortgat is producent van verschillende bekende bieren, waaronder Duvel. In 1970 bracht de brouwerij Duvel voor het eerst op de markt in zijn huidige goudblonde versie. In 2014 bracht brouwerij Van Honsebrouck op vraag van winkelketen Aldi een nieuw bier op de markt: het Filou-bier. Na de stopzetting van de verkoop ervan door Aldi, besloot brouwerij Van Honsebrouck om het Filou-bier zelf op de markt te brengen met een volledig aangepaste look-and-feel. Van Honsebrouck biedt sindsdien het Filou-bier aan in een zogenaamde "Steini-fles" (zoals Duvel) in plaats van in een klassiek, langgerekt flesje. Het etiket toont de naam "Filou" in grote rode letters met daarboven een tekening van een jongen met een hoedje en een katapult. Rond de jongen zijn graan en hopstengels zichtbaar.

Brouwerij Duvel Moortgat vond dat brouwerij Van Honsebrouck met het nieuwe ontwerp aanhaakte bij de look-and-feel van Duvel. Zij stelde daarom op 10 augustus 2015 een vordering in voor de Voorzitter van de Nederlandstalige rechtbank van koophandel te Brussel tot stopzetting van de productie van en de publiciteit voor de flesjes van het Filou-bier met het aangepast ontwerp. Duvel Moortgat steunde haar vordering op het algemeen verbod op oneerlijke handelspraktijken, het verbod op parasitaire mededinging en het verbod op misleidende reclame. De Voorzitter wees op 17 maart 2016 de vorderingen van Duvel Moortgat af als ongegrond. Duvel Moortgat stelde op 15 juni 2016 hoger beroep in tegen het vonnis bij het hof van beroep te Brussel.

Op grond van de rechtspraak van het Hof van Cassatie is het nabootsen op zich nooit voldoende om als onrechtmatige parasitaire mededinging te kwalificeren. Naast het nabootsen moet zich een begeleidende omstandigheid voordoen. Wat deze begeleidende omstandigheid kan inhouden, is niet wettelijk bepaald. Volgens bepaalde rechtspraak is dergelijke begeleidende omstandigheid aanwezig wanneer een onderneming de look-and-feel van producten overneemt, met als doel om de faam en de goodwill van de producten van een bedrijf, die een commerciële en dus financiële waarde hebben, af te leiden naar haar producten.

Het hof van beroep verwijst in zijn arrest naar vier voorwaarden die naar zijn oordeel vervuld moeten zijn opdat er hier sprake zou zijn van onrechtmatige parasitaire mededinging:

  1. het ontwerp van Duvel moet voldoende bekend zijn bij een aanmerkelijk deel van het doelpubliek (het moet "onderscheidend vermogen" hebben),
  2. het ontwerp van Duvel moet een zekere reputatie, prestige, imago of aantrekkingskracht bezitten,
  3. de reputatie, het prestige, het imago of de aantrekkingskracht moet het gevolg zijn van commerciële inspanningen van Duvel Moortgat, en
  4. de aanhaking van Van Honsebrouck moet intentioneel zijn.

De "gemiddelde consument" is volgens het hof van beroep in deze zaak een consument van blond speciaalbier met hetzelfde normaal, gemiddeld aandachtsniveau als een consument van pilsbier.

Het hof van beroep neemt het totaalbeeld van de Duvel-flesjes en de Filou-flesjes als maatstaf bij de beoordeling. De "primaire dragers" van het bier (de flesjes met het etiket en de kroonkurken) vormen samen met de "secundaire dragers" van het bier (het speciaal ontworpen glas, de bierkratten, de kartonnen houders, de bierviltjes en andere accessoires) het totaalbeeld van de bieren.

Wat de primaire dragers van het bier betreft, bestaan volgens het hof van beroep belangrijke verschilpunten tussen de kroonkurken van de beide bieren. Hoewel de naam van beide bieren verder begripsmatig een connotatie van "kwajongen" bevat, bemerkt het hof van beroep geen auditieve of visuele overeenstemming tussen "Duvel" en "Filou". Het hof van beroep neemt bovendien in aanmerking dat ook andere biersoorten gebruik maken van een Steini-fles, een gelijkaardige vormgeving van het etiket, de wit-rood-zwarte kleurencombinatie van het etiket en een smaak die aansluit bij deze van Duvel.

Met uitzondering van de bierkarren, verschillen de secundaire dragers volgens het hof van beroep visueel nog meer van deze van Duvel. In tegenstelling tot andere bieren op de markt, leunt de vormgeving van het glas van Filou bijvoorbeeld niet eens aan bij dat van Duvel.

Op grond van een analyse van het totaalbeeld van de Duvel-flesjes en de Filou-flesjes, oordeelt het hof van beroep dat de gemiddelde consument in de winkelrekken zeer snel een feilloze keuze kan maken tussen beide speciaalbieren, zelfs wanneer de speciaalbieren naast elkaar zouden zijn uitgestald. Het staat bijgevolg volgens het hof van beroep onvoldoende vast dat Van Honsebrouck met haar Filou-flesje intentioneel aanhaakt bij de look-and-feel van het Duvel-flesje.

Het hof van beroep besluit dat Duvel via de grondslag van de onrechtmatige handels- en marktpraktijken (en niet via merkrechten) de look-and-feel van het Duvel-flesje niet kan monopoliseren. Deze look-and-feel van het Duvel-flesje bevat daarvoor volgens het hof te veel elementen die op de Belgische markt eveneens en rechtmatig gebruikt worden door concurrenten van Duvel en voor dezelfde producten.