Overgang van onderneming: verbod van eenzijdige wijziging van arbeidsvoorwaarden, zelfs in het voordeel van de werknemers

Spotlight
15 december 2016

Het Hof van Cassatie herinnert in een arrest van 14 november 2016 aan het verbod voor de verkrijger om naar aanleiding van een overgang van onderneming de arbeidsvoorwaarden van de werknemers eenzijdig te wijzigen. Dit verbod vloeit voort uit artikel 7 van CAO nr. 32bis , en geldt zelfs wanneer deze arbeidsvoorwaarden worden vervangen door gunstigere voorwaarden, behalve in geval van individueel schriftelijk akkoord van de betrokken werknemers.

Context

Het geschil rees naar aanleiding van een overgang van onderneming krachtens overeenkomst. Na de overgang wordt een werknemer ontslagen wegens dringende reden. De ontslagen werknemer betwist in rechte zijn ontslag om dringende reden en werpt op dat hij recht had op frequentiepremies (voor wachtdiensten), een jaarlijkse loonsverhoging en achterstallen van werkgeversbijdragen in de groepsverzekering. Deze drie elementen maakten deel uit van zijn loon tijdens zijn tewerkstelling bij de vervreemder, maar werden door de verkrijger vervangen door andere premies en voordelen. De werknemer beroept zich op de toepassing van CAO nr. 32bis.

CAO nr. 32bis

CAO nr. 32bis betreft het behoud van de rechten van werknemers bij een wijziging van werkgever die het gevolg is van een overgang van onderneming krachtens overeenkomst.

Artikel 7 van CAO nr.32bis waarborgt dat de rechten en plichten die voor de vervreemder voortvloeien uit de op het tijdstip van overgang van onderneming krachtens overeenkomst bestaande arbeidsovereenkomsten door deze overgang overgaan op de verkrijger. De ontslagen werknemer baseert zich op dit artikel om premies en loonachterstallen te vorderen.

De beslissing van het Arbeidshof te Luik

Het Arbeidshof acht de vorderingen van de ontslagen werknemer ongegrond. Volgens het hof kan de verzoeker immers "niet het behoud van het vorige stelsel vorderen terwijl hij tegelijkertijd eveneens het nieuwe stelsel geniet, dat voor hem minstens even gunstig is". Volgens de redenering van het hof kan men niet van twee walletjes eten, namelijk genieten van de nieuwe voordelen bij de verkrijger en tegelijk de oude voordelen van de vervreemder behouden.

Zo stelt het hof vast dat de frequentiepremie is vervangen door een hogere dagelijkse premie, de loonsverhoging door een eenmalige premie van EUR 1.000 en een aantrekkelijker loonpakket, en dat de groepsverzekering van de verkrijger voordeliger is dan die van de vervreemder.

De beslissing van het Hof van Cassatie

In een zeer kort arrest verbreekt het Hof van Cassatie het arrest van het Arbeidshof te Luik. Volgens het Hof is artikel 7 van CAO nr. 32bis heel duidelijk: zonder het akkoord van de werknemer, kan de verkrijger de loonvoorwaarden, van toepassing bij de vervreemder, niet eenzijdig wijzigen. Het feit dat het nieuwe remuneratiestelsel gunstiger is, is voor het Hof irrelevant. Het Hof beslist dan ook dat de werknemer recht heeft op de frequentiepremies en de overige loonsverhogingen zoals die golden bij de vervreemder.

Wel wordt er een uitzondering gemaakt voor de groepsverzekering. Deze wordt immers door artikel 4 van CAO nr. 32bis uitgesloten van haar toepassingsgebied, aangezien het gaat om uitkeringen die voortspruiten uit stelsels inzake ouderdom, overleving en invaliditeit, toegekend uit hoofde van aanvullende regimes van sociale voorzieningen. De verkrijger had dan ook het recht om de groepsverzekering te wijzigen.

Praktische gevolgen

Uit dit arrest van het Hof van Cassatie volgt dat men bijzonder aandachtig moet zijn voor het behoud van de rechten van de werknemers in het kader van een overgang van onderneming. Het toekennen van gelijkwaardige voorwaarden of zelfs voorwaarden die gunstiger zijn dan degenen die golden bij de vervreemder, volstaat niet. De verkrijger zal de bestaande rechten van de werknemers moeten handhaven, op straffe van schending van artikel 7 van CAO nr. 32bis, behoudens individueel schriftelijk akkoord van de betrokken werknemers.