Hof van Justitie toetst gezamenlijk aanbod van een computer met voorgeïnstalleerde software aan de regels inzake oneerlijke handelspraktijken

Spotlight
15 december 2016

In een arrest van 7 september 2016 (C-310/15) heeft het Hof van Justitie zich uitgesproken over een handelspraktijk die bestaat in de verkoop van een computer met voorgeïnstalleerde software, zonder de mogelijkheid voor de consument om hetzelfde model computer zonder de software te kopen. Het Hof bevestigt dat dit als zodanig geen oneerlijke handelspraktijk is, tenzij deze praktijk in strijd zou zijn met de vereisten van professionele toewijding en het economische gedrag van de gemiddelde consument met betrekking tot dat product wezenlijk verstoort of kan verstoren.

De feiten

Een Franse consument had een Sony-laptop gekocht met voorgeïnstalleerde software, waaronder Microsoft Windows. Bij het eerste opstarten van de laptop weigerde de consument in te stemmen met de "eindgebruikersovereenkomst" van het besturingssysteem die op het scherm verscheen, en vroeg hij aan Sony om het deel van de aankoopprijs dat betrekking had op de software aan hem terug te betalen.

Sony weigerde dit met als motivering dat de laptop en de software één onlosmakelijk verbonden aanbod vormden. Als compromis stelde Sony voor om de verkoop te annuleren en de volledige aankoopprijs terug te betalen, mits teruggave van de laptop. De consument ging hiermee niet akkoord en stelde een procedure in wegens oneerlijke handelspraktijken.

De beslissing van het Hof van Justitie

Het Hof van Justitie moest zich onder meer uitspreken over de vraag of de verkoop van een computer met voorgeïnstalleerde software, zonder de mogelijkheid voor de consument om hetzelfde model zonder de software te kopen, een oneerlijke handelspraktijk vormt. Daarnaast rees ook de vraag of het ontbreken van een prijsaanduiding van elk van de voorgeïnstalleerde softwareprogramma's een misleidende handelspraktijk vormt.

Het Hof van Justitie verwees naar zijn eerdere rechtspraak over gezamenlijke aanbiedingen (VTB-VAB en Galatea, C-261/07 en C-299/07) en oordeelde als volgt:

1. Een gezamenlijke aanbieding zoals die van Sony vormt als zodanig geen oneerlijke handelspraktijk, tenzij zij in strijd is met de vereisten van professionele toewijding en het economische gedrag van de gemiddelde consument met betrekking tot het product wezenlijk verstoort of kan verstoren. Het is aan de nationale rechter om dit te beoordelen.

2. De nationale rechter moet bij zijn beoordeling rekening houden met de bijzondere omstandigheden van het geval, waaronder het feit:

  • dat aan de consument correcte informatie is verstrekt over het bestaan en de kenmerken van de voorgeïnstalleerde software;
  • dat uit marktanalyses blijkt dat het gezamenlijk aanbod voldoet aan de verwachtingen van een belangrijk deel van de consumenten die een gebruiksklare computer verkiezen boven de afzonderlijke aankoop van een computer en software
  • dat aan de consument de keuze is geboden om alle aspecten van het aanbod te aanvaarden, dan wel de verkoop te annuleren; en
  • dat de consument vóór de aankoop naar behoren was geïnformeerd over het feit dat het betrokken model niet zonder voorgeïnstalleerde software in de handel verkrijgbaar was en het hem dus vrij stond om een ander model te kiezen, van een ander merk, met vergelijkbare technische kenmerken, dat wel wordt verkocht zonder software of met andere software.

3. Het ontbreken van een prijsaanduiding van elk van de voorgeïnstalleerde softwareprogramma's belet de consument niet om een geïnformeerd besluit over zijn aankoop te nemen, aangezien de computer in ieder geval niet zonder deze software te koop wordt aangeboden, zodat dit geen misleidende handelspraktijk vormt.

Uit dit arrest blijkt dat ondernemingen die toestellen met voorgeïnstalleerde software verkopen, en geen alternatief zonder deze software aanbieden, zich niet als zodanig schuldig maken aan een oneerlijke handelspraktijk. Of deze praktijk oneerlijk is, moet steeds in concreto worden beoordeeld. Het arrest reikt een aantal elementen aan om die afweging te maken. Het behoorlijk en tijdig informeren van de consument over het bestaan en de kenmerken van de voorgeïnstalleerde software is in elk geval essentieel.